De professionele dialoog
In een studiemiddag wordt met het hele team onderzocht op welke manier de collegiale consultatie of collegiale visitatie in de praktijk gerealiseerd kan en zal worden. Daarbij wordt niet alleen aandacht besteed aan ‘de kunst van het kijken’, maar vooral aan de manier waarop – na de lesobservatie – een professionele dialoog wordt gevoerd. Hierbij gaat het om ‘de kunst van het actief luisteren’ en ‘de kunst van het stellen van de juiste vragen’.
Hiervoor wordt de methodiek van Appreciative Inquiry (waarderend onderzoeken) ingezet. Collega’s geven aan wat ze goed vonden aan de les en stellen vragen over de les, over sommige leerlingen of de schoolorganisatie. Daarbij wordt in een dialoog gezocht naar ‘de zone van naaste ontwikkeling’ van de geobserveerde leraar. Wat is er nu voor de leraar, de groep of de school nodig en hoe kom je daar dan? De intern begeleider en de directeur worden, als begeleiders van dit proces, speciaal begeleid tijdens het implementatieproces.
Extra informatie (verdieping)
Wat maakt dat Appreciative Inquiry (AI) erin slaagt om organisaties te laten floreren? Iedereen betrekken in een gezamenlijke zoektocht naar het potentieel in de organisatie is de kern van een AI-aanpak en zit vervlochten in de eigen AI-methodiek en de cyclus die doorlopen wordt. Dit gebeurt vanuit connecting, actief bouwen aan kwaliteitsvolle relaties om elkaar tot ontwikkeling te brengen en appreciation, kunnen zien van een sluimerend potentieel rondom zich en dit groeikans geven. Appreciation is verder gekenmerkt door tracking, het opzoeken van het potentieel in mensen en systemen en fanning, dat kleine vuurtje van potentieel aanwakkeren tot een enorm vuur (Verleijsen, 2013).
Verleysen (2013) laat weten dat medewerkers getuigen meer energie te ervaren bij succesvolle AI-trajecten. Deze energie kan begrepen worden als meer bevlogenheid. Bevlogenheid staat voor meer vitaliteit, wat aangeeft dat men zinvol bezig is met inspirerende taken en ervaart dat de tijd op een aangename manier voorbijvliegt. Medewerkers zijn bevlogen als er voldaan wordt aan de eigen psychologische behoeften:
(a) de behoeften aan competentie, of het gevoel van “ik kan het”;
(b) de behoefte aan autonomie, of het gevoel van zelf de touwtjes in handen te hebben;
(c) de behoefte aan verbondenheid of het gevoel erbij te horen.
Onderzoek heeft uitgewezen dat in organisaties met een AI-aanpak kan voldaan worden aan deze psychologische basisbehoeften (Verleijsen, 2013).
Samenvattend betekent het dat een AI-aanpak, met connecting en appreciation, kan zorgen voor meer bevlogenheid bij medewerkers. Hierbij speelt vooral het voldoen van de psychologische behoefte aan autonomie een belangrijke rol. Voor de toekomst zal het belangrijk zijn om te onderzoeken welke factoren connecting en appreciation beïnvloeden zodat leidinggevenden handvaten krijgen om een AI-proces succesvol toe te passen en zo bevlogenheid te versterken en organisaties en medewerkers te laten excelleren (Verleijsen, 2013).
Medewerkers in organisaties met een AI-cultuur scoren hoger op de basisbehoeften uit de zelfdeterminatietheorie (Deci & Ryan, 2002), met name autonomie en ze scoren hoger op bevlogenheid. Leerkrachten die aangesproken worden op hun talenten, doen dat ook bij hun leerlingen (Verleysen & Acker, 2010).
Figuur 3 AI-proces dat leidt tot bevlogenheid (Verleijsen, 2013)
Volgens Smulders (2006) zijn docenten bevlogen medewerkers en hij denkt dat dit beïnvloed wordt door de mate van autonomie, die hoog is bij docenten (Smulders, 2006). Bevlogenheid wordt door Bakker (2003) als volgt omschreven: ‘Een positieve gemoedstoestand van opperste voldoening ten aanzien van het werk die wordt gekenmerkt door vitaliteit, toewijding en absorptie’. Vitaliteit betekent het bruisen van energie, zich sterk en fit voelen, lang en onvermoeibaar door kunnen werken en het beschikken over veel doorzettingsvermogen. Toewijding is de sterke betrokkenheid bij het werk, waarbij het werk als nuttig, inspirerend, uitdagend en zinvol wordt ervaren en gevoelens van trots en enthousiasme oproept. Absorptie is het op plezierige wijze helemaal opgaan in het werk, waardoor de tijd stil lijkt te staan. Bevlogen mensen staan volgens onderzoek in verschillende landen positief in hun werk, kunnen veel aan en presteren veel. Sociale steun van collega’s en leidinggevenden, feedback over prestaties, afwisseling van vaardigheden en ontplooiingsmogelijkheden hangen positief samen met bevlogenheid (Bakker, 2009b).
Door klassenbezoeken en collegiale gesprekken ontstaat er een klimaat waarin leren en ontwikkelen een belangrijke en vanzelfsprekende plaats innemen. Inzicht in wat vakmanschap is en hoe dit ontwikkeld kan worden, zijn onmisbare aspecten om iedereen in de schoolomgeving in beweging te krijgen. Stilstand is niet acceptabel. Mensen zijn te motiveren door een beroep te doen op relatie, competentie en autonomie (Naaijkens & Bootsma, 2018).